Natuurverf
De oorsprong van natuurverf
Lijnolieverf is een natuurverf en gemaakt van natuurlijke grondstoffen. Sinds de late middeleeuwen werd lijolieverf veelvuldig toegepast in de schilderkunst. Vlas werd lokaal verbouwd en uit het lijnzaad perste men lijnolie. Van deze lijnolie maakte men lijnolieverf. Een bijkomend voordeel van deze verf is dat de lijnolie goed in het hout trekt en daardoor het hout van binnenuit beschermt. Deze verf heeft na applicatie een open structuur waardoor het hout kan blijven ademen. Vocht kan het hout gewoon weer verlaten en blijft niet onder een verflaag opgesloten. Lijnolieverf heeft de eigenschap dat het niet bladdert, maar verpoederd na veroudering. Tot op heden komen we nog oude houten deuren en kozijnen tegen, die vroeger met lijnolieverf zijn geschilderd, waarvan het hout nog in prima staat verkeerd.
Na de tweede wereldoorlog, omstreeks 1950 tijdens de wederopbouw, ontstond er een kentering in de toepassing van de lijnolieverf. Snelheid was geboden in die tijd en met de opkomst van de aardolie-industrie werden sneldrogende synthetische verven ontwikkeld die de lijnolieverf nagenoeg verdrong.
Naast het ongezonde karakter van deze synthetische verven, zoals inmiddels duidelijk is geworden, ontstonden er sinds die tijd een aantal technische problemen. Synthetische verven bleken namelijk als eigenschap te hebben dat ze de ondergrond nagenoeg geheel afsluiten. Deze verf legt als het ware een kunststof laagje over de ondergrond. Het vocht dat in een natuurlijke situatie van binnenuit kan ontstaan in het hout, wordt hierdoor opgesloten onder het kunststof verflaagje. Met als gevolg dat de houten ondergrond niet meer kunnen ademen. Door deze vochtophoping in het hout kunnen schimmels groeien die het hout aantasten en daardoor gaat rotten, de welbekende houtrot. Daarnaast hebben synthetische verven de eigenschap dat ze kunnen gaan bladderen na onthechting van de ondergrond.
Omstreeks de jaren 80 van de vorige eeuw werd er een nieuwe richting in geslagen door een bepaalde groep mensen. Op kleine schaal ontstonden er verffabriekjes die opnieuw lijnolieverven gingen fabriceren.
Met de huidige technologie is de lijnolieverf geoptimaliseerd naar een de gebruiksvriendelijk product. Momenteel is er voor zowel binnen- als buitenwerk een breed assortiment professionele natuurlijke en bio-based verven verkrijgbaar.
Naast lijnolieverfen zijn er ook een aantal andere natuurverven ontwikkeld zoals kalk en leemverf en biobased lakken. Deze zijn overgens in meerdere kleuren verkrijgbaar. De fabrikanten van deze verven hanteren een eigen kleurenkaart.
Kalkverf
De verf bestaat uit water en kalk. Kalkverf is dus volledig gemaakt van milieuvriendelijke, natuurlijke grondstoffen. Het voordeel hiervan is dat kalkverf de muur laat ademen, waardoor vocht kan verdampen, vochtproblemen worden voorkomen en de verf niet gaat scheuren of bladderen. De natuurverf is mos- en schimmelwerend en werkt brandvertragend. Kalkverf is extreem mat en heeft kleurnuances in de verf zitten, waardoor elke muur zijn eigen karakter krijgt.
Leemverf
Dit is een verf voor binnenmuren en plafonds. De verf heeft een fijn korrelige structuur en is gemaakt van leempoeder vermengd met zand. Leemverf is een natuurverf zonder chemische toevoegingen en met natuurlijke kleuren. De natuurlijke kleuren van leemverf worden bereikt door menging van zand en klei.
Biobased lakken
Dit zijn lakken met de laatste technologische ontwikkelingen voor hout, metaal en kunsstof ondergronden. Deze lakken zijn de watergedragen met een plantaardig bindmiddel en verkrijgbaar in mat, zijde, en hoogglans. Eigenschappen; 7 jaar onderhoudsarm, kras en stootvast, biologisch afbreekbaar, ruikt niet en veroorzaakt geen irritatie aan huid en luchtwegen.